Komische boekverfilming waarin de artistieke puber Minnie een verhouding krijgt met de vriend van haar moeder in San Francisco tijdens de jaren '70San Francisco tijdens de swingende jaren '70. De parken zitten vol met hippies en drugs is overal te verkrijgen. De vijftienjarige Minnie verkent haar onzekerheden en beproevingen door middel van expressieve tekeningen en vertrouwt haar gedachten toe aan een taperecorder. Op een avond alleen met haar moeders vriend, wordt ze voor het eerst geconfronteerd met haar ontluikende seksualiteit. Ze verliest alle controle en is even gelukkig als verward. Is het enkel lust of echte liefde?
Geef jouw stem voor The Diary of a Teenage Girl
de Volkskrant recensie
Ik heb seks gehad. Krijg nou wat.' De 15-jarige Minnie weet aan het begin van The Diary of a Teenage Girl nauwelijks wat haar is overkomen, maar alles om haar heen lijkt wezenlijk veranderd: dromerig, lichter en trager, en waar ze maar kijkt ziet Minnie mensen flikflooien en pronken met hun lijven. Alsof Minnie door haar eerste seks een nieuwe, minder eenduidige wereld heeft betreden. Het is hippie-San Francisco anno 1976 en Minnie (Bel Powley) wordt ongetwijfeld aangestoken door de vrijheid-blijheidsfeer die er heerst. Niemand maalt om topless picknickende meisjes en Minnies alleenstaande moeder Charlotte (Kristen Wiig) snuift en slikt als ging het om koekjes bij de thee. Debuterend regisseur-scenarist Marielle Heller toont zich met haar bewerking van Phoebe Gloeckners graphic novel The Diary of a Teenage Girl: An Account in Words and Pictures (2002) lichtelijk verliefd op deze tijd van wijde broekspijpen, vrije seks en vrolijk drugsgebruik. Toch is er een probleem, ook in deze schijnbaar onbezorgde setting: Minnie heeft zich laten ontmaagden door haar moeders vriend, de veel oudere Monroe (Alexander Skarsgård). Broeierig en zeer ongemakkelijk is de scène waarin Minnie Monroe verleidt door op zijn vinger te sabbelen, de prelude op nog heel wat andere onverbloemde, redelijk rauw gebrachte seksscènes - want Minnie krijgt er geen genoeg van en Monroe is te onverantwoordelijk om haar te stoppen. Behalve Minnies boezemvriendin Kimmie (Madeleine Waters) mag niemand ervan weten, en Minnie besluit een dagboek in te spreken op cassettebandjes. Haar andere uitlaatklep zijn de prachtige tekeningen die ze over haar leven maakt, die veelal ontleend lijken aan Gloeckners boek en regelmatig tot leven komen: vertelt Minnie over haar moeder, dan verandert een tekening aan haar muur kortstondig in de fijnzinnig getekende animatie van een monsterlijke geboorte. Een portret van Monroe - nét iets knapper dan hij in werkelijkheid is - spreekt haar letterlijk toe, de badkamer verandert door haar dagdromen in een betoverende jungle en soms fladderen de vlinders vrolijk uit haar haren. Zo waakt Heller ervoor dat de film te zwaarmoedig of te rechtlijnig wordt, ook wanneer de relatie tussen Minnie en Monroe helemaal misloopt. Nog belangrijker is dat Minnie feilloos wordt vertolkt door Bel Powley, van de trots waarmee ze over haar geheime minnaar mijmert tot de knagende onzekerheid die haar overspoelt wanneer ze door hem in de steek wordt gelaten. Powley, een frisse, kloeke verschijning met felle oogopslag, schakelt overtuigend tussen naïef meisje en jonge vrouw, slachtoffer en seksueel avonturier - zonder dat die verschillende aspecten van Minnie echt van elkaar te scheiden zijn. Wiig en Skarsgård leveren prima tegenspel, maar de film wordt toch echt door Powleys geweldige acteerwerk gedragen. Naar het einde wordt de plot ietwat voorspelbaar en soms is de uit Minnies dagboek geplukte voice-over te uitleggerig, maar ook dan blijft The Diary of a Teenage Girl een zinderend verslag van de stormen in Minnies hoofd én onderbuik.