Doc Sportello is een privédetective in het Los Angeles van de jaren zestig. Op een dag staat zijn ex voor de deur met het bericht dat de miljardair op wie zij verliefd is gekidnapt gaat worden. Sportello stort zich op de zaak en voor hij het weet raakt hij verwikkeld in een bizar web van motieven en krijgt hij te maken met surfers, oplichters, drugsverslaafden, een moordlustige woekeraar, een undercover saxofonist, en tot slot een mysterieuze entiteit die bekend staat als de Golden Fang.
Geef jouw stem voor Inherent Vice
de Volkskrant recensie
Het is 1970 in Inherent Vice. Verwarrende tijd. Trippende bloemenkinderen, schatrijke vastgoedmagnaten en met nazisymbolen getooide bikers frequenteren dezelfde feesten, gebruiken dezelfde drugs en volgen dezelfde goeroes. Maar de onschuld die de tegencultuur aankleefde, is er al vanaf, hier in Californië, waar Charles Mansons hippievolgelingen in 1969 een bloedbad aanrichtten. De politie-eenheid LAPD opereert op volle kracht, vol afkeer van lui op sandalen met afwijkende haardracht en malle hoedjes. 'Paranoia', noteert Doc Sportello (Joaquin Phoenix) zorgvuldig in zijn notitieblok, in gesprek met een cliënt. Voor de held en hippieprivédetective mag het verschil tussen waan en werkelijkheid zelf ook niet altijd even duidelijk zijn vanwege zijn marihuanaconsumptie, maar Sportello is vastbesloten 'de zaak' op te lossen. Wát die zaak precies is, blijft evenwel tamelijk ongewis, in Paul Thomas Andersons nieuwe speelfilm Inherent Vice. Sportello krijgt bezoek van een ex-vriendin in nood; haar nieuwe vriend, een excentrieke miljardair, is verdwenen. De zoektocht leidt naar een massagesalon, waar de detective met een knuppel in zijn nek wordt ontvangen, om wakker te worden naast een vers lijk. Meer onthullen over de plot is zinloos; zo veel verdwijnt en duikt op in Inherent Vice dat het zowel kijker als Sportello al snel duizelt. Andersons période-noir mag een ingenieus vlechtwerk van verwikkelingen zijn of gewoon los zand, maar voor het resultaat doet dat er niet toe: eenmaal ondergedompeld is elke scène raak, elke ontmoeting hilarisch of spannend, ook zonder cohesie. Anderson verstaat de kunst van de Coen-broers om het kolderieke net niet te laten ontsporen. De stoet aan groteske bijpersonages wordt bezet door voortreffelijke acteurs, waaronder Josh Brolin als hippiehatende agent Bigfoot. Dat levert juwelen van scènes op in een film die, ondanks de soms slapstickachtige humor, nooit geheel afstand doet van de grimmige ondertoon. Hoofdrolspeler Phoenix toont zich, na zijn eerdere rol in Andersons The Master, wederom een zeldzaam vrij acteur. Niets in zijn mimiek verraadt studie of voorbedachte rade, alles oogt even fris, alsof de acteur gewoon maar doet en zegt wat in hem opkomt. Hij brengt ernst aan in Sportello, maakt de detective tot meer dan stripfiguur. Anderson vat de wordingsgeschiedenis van Amerika in zijn films, van de opkomst van nieuwe religies in The Master of de olie-industrie in There Will Be Blood, tot de kanteling in de seksindustrie in Boogie Nights. Inherent Vice, gebaseerd op de cultroman van schrijver Thomas Pynchon uit 2009, toont Amerika bovenal als open inrichting en valt te categoriseren als een minder serieuze Anderson. Toch legt de cineast ook met zijn zevende speelfilm weer een bouwsteen aan zijn filmkathedraal. Er ging iets wezenlijks verloren, daar in dat tijdsgewricht aan de westkust. Ondanks het fabuleuze speurwerk van Doc Sportello.